Informatie voor ouders
Aandachtspunten en tips voor ouders
In het project Erbij Horen hebben we met diverse kinderen, jongeren en ouders gesproken. Hier zijn veel praktische tips uit gekomen over hoe je als slechthorend of doof kind beter kunt meedoen in de groep. Hopelijk hebben de tips voor de kinderen en jongeren op deze website een positief effect.
In dit project hebben we ook aandachtspunten en tips voor ouders verzameld. Slechthorende en dove kinderen hebben hun ouders hard nodig. Dat is wel gebleken uit de gesprekken. Het is belangrijk dat de kinderen thuis een veilige en vertrouwde omgeving hebben.
Maar verschillende jongeren geven ook aan dat ze te beschermd zijn opgevoed. Natuurlijk is het belangrijk dat ouders er voor je zijn, maar het is ook belangrijk dat initiatieven van het kind gestimuleerd worden. Het kan dan geen kwaad als je een keer je neus stoot. Het zoeken van een goed evenwicht tussen beschermen en loslaten is steeds de uitdaging en zal ook per kind verschillen.
Deze website is speciaal bedoeld voor de kinderen en jongeren. We hopen dat ze nog veel tips zullen toevoegen en veel ervaringen willen delen.
Om op de hoogte te blijven van ontwikkelingen kun je je hier als ouder van een slechthorend of doof kind laten registreren. Informatie wordt dan via e-mail opgestuurd.
Dit zijn de aandachtspunten en tips die in het project zijn verzameld. Als ouders kun je zelf het beste beoordelen wat bij jou en je kind past en wat je zinvol vindt.
School:
1. Laat je kind voorafgaand aan zijn eerste schooldag een poosje meelopen met een ander slechthorend of doof kind als dit mogelijk is. Je weet dan als kind beter wat je te wachten staat.
2. Houd bij het kiezen van een school voor je kind rekening met de volgende zaken:
- Voorkeur van je kind voor een bepaalde school.
- Zitten er andere slechthorende en dove kinderen op de school?
- Hoe is de akoestiek van het gebouw en de lokalen?
- Heeft de school (directie en leerkrachten) een flexibele, positieve en bereidwillige houding?
- Is er iemand op school waar je kind makkelijk naar toe kan met vragen/problemen?
- Heeft de leerkracht in de klas voldoende tijd en aandacht?
- Is er een adequaat anti-pestbeleid aanwezig?
- Staat de school open voor samenwerking met ambulante begeleiding of andere externe deskundigen of bijvoorbeeld een tolk?
3. Bespreek minimaal elk half jaar met de leerkracht de leerprestaties én de sociaal-emotionele ontwikkeling van je kind. Leerkrachten vinden het vaak moeilijk om alles te onthouden in het rekening houden met de slechthorendheid of doofheid.
4. Help de school met het doorvoeren van aanpassingen die nodig zijn voor je kind en attendeer ze op mogelijkheden voor verbetering.
5. Betrek je kind in gesprekken met school, zodat er niet alleen over, maar ook met het kind wordt gesproken.
6. Laat de leerkracht eens kijken naar deze Engelse korte film over een doof of slechthorend kind in de klas:
7. De leerkracht zal vast ook wat hebben aan deze tips voor leerkrachten met dove of slechthorende leerling in de klas.
8. Respecteer als ouders en als leerkrachten dat jongeren in bepaalde fases van hun leven eigen keuzes willen maken in het wel of niet gebruiken van hoorhulpmiddelen. Voor jongeren is het belangrijk om erbij te horen en zij moeten daar ook hun eigen weg in zoeken.
Sociale redzaamheid:
1. Blijf de taalontwikkeling zo veel mogelijk stimuleren, zodat je kind zichzelf zo goed mogelijk met taal kan redden. Dat kan met taalspelletjes en natuurlijk ook met (voor-)lezen.
2. Stimuleer dat je kind meer zelf uitleg gaat geven over de slechthorendheid of doofheid.
3. Help je kind om zoveel mogelijk zelfstandig te kunnen functioneren. Vooraf kun je met je kind bespreken wat hij of zij nodig heeft in bepaalde situaties.
Bijvoorbeeld: goed werkende hoorhulpmiddelen, afspreken dat je als ouder in de buurt bent.
4. Breng je kind eens in contact met andere slechthorende of dove kinderen/jongeren.
De jongerenorganisaties SH-Jong en Neverenigingen organiseren leuke activiteiten.
5. Wees je ervan bewust dat slechthorende en dove kinderen in de regel minder vriendschappen hebben en in sterkere mate afhankelijk zijn van hun ouders.
6. Stimuleer je kind om trainingen te volgen ter verbetering van sociale vaardigheden en om er sterker door te worden.
7. Vertel je kind wat het verschil is tussen plagen en pesten en leer hem/haar wat wel en niet acceptabel gedrag is. Pesten is over de grens van wat acceptabel is. Je piekert er als kind over, wordt er verdrietig van, wordt er angstig van, beïnvloed je welzijn op een negatieve wijze. Vertel je kind dat hij of zij er met iemand over praat. Met jullie als ouders of met iemand anders als dat voor je kind fijner is.
Thuis:
1. Zorg ervoor dat juist ook in de thuissituatie er voldoende geduld is, dat er goed gearticuleerd wordt, er oogcontact wordt gemaakt tijdens het praten (spraakafzien) en dat er, indien van toepassing, ook genoeg gebaren worden gebruikt.
2. Organiseer voldoende quality time met je kind.
3. Realiseer je dat je kind zich extra moet inspannen om anderen te verstaan en te begrijpen en zo mee te kunnen doen. Zorg voor voldoende mogelijkheden voor je kind om thuis rust en ontspanning te vinden.
4. Blijf naar andere gezinsleden herhalen dat je kind niet alles goed verstaat.
5. Richt de kamers zo in, zodat je kind optimaal kan horen en zien.
Gebarentaal:
1. Ga met het gezin op gebarentaalles. Er zijn verschillende modules. Van het aanleren van de eerste beginselen tot cursussen voor uitgebreide vaardigheden.
2. Als je de gebarentaal niet beheerst, leer dan een aantal gebaren en/of maak gebruik van mimiek.
Beschermen versus loslaten:
1. Zorg voor een veilige omgeving voor je kind, zowel op school als thuis. Laat je kind vervolgens gecontroleerd fouten maken en vang het daarna op. Kinderen leren veel van zelf ontdekken en af en toe falen. Maak je kind duidelijk dat fouten maken mag.
2. Druk kinderdromen (bijvoorbeeld piloot willen worden) niet meten de kop in vanwege een gehoorbeperking. Verdiep je als ouder wel in de mogelijkheden en onmogelijkheden van dit soort wensen (wettelijke eisen), maar belast het kind hier niet te vroeg mee. Ook horende kinderen hebben hun dromen waar helemaal geen invulling aan wordt gegeven.
3. Laat je kind zelf bedenken wat het nodig heeft en help vervolgens bij de realisatie hiervan.
4. Zorg dat je kind alle hulpmiddelen en ondersteuning heeft die nodig zijn, maar laat je kind op bepaalde momenten ook zijn eigen gang gaan.
5. Bied alle mogelijkheden aan, maar maak een kind zelf verantwoordelijk voor het gebruiken van zijn hulpmiddelen. Leer het ook wat je er allemaal mee kunt doen in diverse situaties.
6. Draag bij moeilijke situaties voor je kind (bijvoorbeeld pesten) opties aan en vraag of hij/zij zelf wil dat je als ouder helpt; ga dus niet gelijk zelf aan het regelen/oplossen. Vraag ook of je kind zelf ideeën heeft om de situatie te verbeteren.
7. Ook slechthorende en dove jongeren willen zich in de puberteit afzetten tegen hun ouders. We weten allemaal dat dit erbij hoort en dat dit ook een functie heeft.
Acceptatie van gehoorbeperking:
1. Verzamel kennis over de specifieke gehoorbeperking van je kind, zodat je weet wat de kenmerken en mogelijkheden zijn.
2. Contacten met andere ouders van slechthorende en dove kinderen kunnen je veel steun bieden en veel informatie opleveren. Hoormij en FODOK organiseren ouderbijeenkomsten en er zijn bijvoorbeeld ook Facebookgroepen van ouders.
3. Zie de gehoorbeperking van je kind niet als een hoofdzaak. Je kind is veel meer dan zijn/haar slechthorendheid of doofheid.
Helpen met communicatie & vriendschappen:
1. Stimuleer je kind om uit te komen voor zijn/haar gehoorbeperking, maar forceer dit niet als het kind zich onveilig voelt in een situatie.
2. Geef de omgeving van je kind tips over hoe je goed kunt communiceren met je kind.
Denk bijvoorbeeld aan zaken als:
- Het kind eerst aantikken of de naam noemen, vervolgens oogcontact maken en daarna pas beginnen met praten;
- Duidelijk articuleren en rustig praten;
- Niet door elkaar heen praten;
- Mimiek gebruiken.
3. Help je kind om anderen te kunnen begrijpen (empathie) en niet alleen vanuit zichzelf te denken.
4. Bespreek situaties en gevoelens met elkaar, zowel vooraf als achteraf.
Leestips:
1. Hoor Survival Gids voor kinderen.
2. Zo hoor ik, een kijkje in het leven van jonge kinderen met gehoorverlies. Evelien Dirks, Meinou de Vries en Noelle Uilenburg.
3. Oog voor het dove kind. FODOK.
4. Oog voor de dove puber. FODOK.
5. Een doof kind in de groep. FODOK (Een nieuwe uitgave, ook over slechthorende kinderen, is in voorbereiding, i.s.m. Stichting Hoormij)
6. Dove kinderen en pesten op de reguliere school. FODOK.
7. Gehoord worden, omgaan met slechthorendheid. Annemiek Deij.
8. Mijn leerling hoort slecht, een gids voor evidence based onderwijs. Harry Knoors en Marc Marschark.
9. Zeven eigenschappen die jou succesvol maken. Sean Covey.
Doe tips:
1. Laat je kind sporten, muziek of toneel spelen. Als er goed rekening wordt gehouden met je kind dan geeft dat hem of haar veel zelfvertrouwen.
2. Oriënteer je samen met je kind eens op Trainingen in sociale vaardigheid, assertiviteit, empowerment.
3. Informeer eens naar de mogelijkheden bij een Audiologisch Centrum of bij de GGMD voor doven en slechthorenden. Zij verzorgen diverse cursussen en kunnen concrete adviezen geven.
4. Verdiep je eens in methodieken die er speciaal voor slechthorende en dove kinderen zijn als het gaat om de sociaal-emotionele ontwikkeling, zoals: CIDS (Culturele vorming en Identiteit voor Doven en Slechthorenden), FF luisteren en Ajongh (Als je oren niet goed horen).
Films:
1. film Kentalis Sociale participatie dove en slechthorende jongeren
2. film Slechthorend. Nou en?! Slechthorende jongeren vertellen over school, werk en hobby.
3. film de Hokjesman bij de Doven (VPRO)
Handige links:
–Website voor ouders van dove kinderen met informatie over Dovencultuur
–Siméa, koepelorganisatie voor cluster 2 onderwijs
–FENAC, federatie van Audiologische Centra
–GGMD, maatschappelijke dienstverlening voor doven en slechthorenden
–Hoorinfotheek, onafhankelijk hulpmiddelen advies
–Oorakel, informatie over hoorhulpmiddelen